20 november 2020

Schriftelijke vragen PvdA, Veenendaal: Knel tussen regels van het UWV en Gemeente Veenendaal

In vervolg op een artikel in een landelijke krant stelt de PvdA een aantal vragen. De PvdA vindt dat mensen niet knel moeten komen te zitten tussen twee instanties. Daar is de Participatie wet juist niet voor bedoeld. Het betreft een inwoonster van Veenendaal, welke inwoonster 6 jaar geleden in een rolstoel belandde. Van het UWV kreeg zij een bestelbus in bruikleen om zelfredzaam naar een opleiding in Den Bosch te kunnen. De bus mocht ze van het UWV blijven gebruiken na haar opleiding. De UWV ontdekte een half jaar later dat er een fout was gemaakt. Om te participeren heeft mevrouw hulpmiddelen nodig. Daarvoor is de Participatiewet juist in het leven geroepen. Dat deze wet niet goed werkt geeft dit voorbeeld- wat niet op zichzelf staat- aan.

Als voorbeeld wordt ook het gebruik van de rolstoel nog vermeld. De handgestuurde rolstoel voor thuis werd betaald door de gemeente. De school-gerelateerde rolstoel met motortje werd door het UWV vergoed. Toen de handicap verergerde kon het niet zo geregeld worden tussen het UWV en de gemeente, dat de school-gerelateerde rolstoel voor privégebruik kon worden gebruikt. Nee, er moest een nieuwe komen!

Mevrouw moet, zoals gezegd de bestelbus inleveren, ook al rijdt mevrouw regelmatig voor haar bedrijfje naar de groothandel etc.

De heer Van Zijp (UWV) gaat de gemeente Veenendaal zover proberen te krijgen dat de gemeente de bestelbus betaald via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

Mevrouw heeft besloten naar de rechter te stappen.

 

Vragen:

  1. Is het college van B&W bekend met de casus?
  2. Zo ja, berust de casus op feiten?
  3. Zo nee, wat gaat u ondernemen?
  4. Bent u van plan de bestelbus, die noodzakelijk is voor mevrouw om haar bedrijfje te kunnen uitoefenen, betalen via de WMO?
  5. Zo nee, wat is de vervolgactie?
  6. Indien van toepassing: wilt u het laten aankomen op een principiële kwestie en de uitspraak van de rechter afwachten?
  7. Als 6, dan kan mevrouw haar bedrijfje hoogstwaarschijnlijk niet verder uitoefenen. Wilt uw college het zover laten komen?