11 oktober 2020

Column: Geur, door Hennie Bos

‘Herfst verkeurt weer langzaam alle bomen’ is een regel uit een couplet van ’t Is weer voorbij die mooie zomer’. De melodie gebaseerd op City of New Orleans van Steve Goodman uit 1971. Gerard Cox had in 1973 een grote hit met het nummer. Ieder jaar komt het nummer wel voorbij. Meestal hoor ik het nummer als het druilerig, donker en koud is. Nooit hoor ik het nummer als mijn vrouw en ik aan de door ons begeerlijke Middellandse Zee vertoefden.

Zoals op een prachtige zomerse dag waarbij de zon het won van alles wat met herfst te maken heeft. Behalve dan één ding, de geur van de herfst, daar kan de zon niet tegenop. Geur is datgene waardoor je reukorganen worden geprikkeld. Wie kent niet de geur van een boek uit je schooltijd, de geur van mottenballen, de geur van de Eau de Cologne van je oma?

De betekenis van geur werd voor het eerst in het jaar 1265 in de literatuur aangetroffen en is kennelijk een belangrijk overlevingszintuig  van mens en dier. Vroeger kon de mens al van verre onderscheiden van welke dieren de uitwerpselen waren die ergens lagen. Dieren zijn daar natuurlijk veel beter in. Haaien bijvoorbeeld ruiken een druppel bloed al op 1,5 km afstand. In de haven van Rotterdam lopen geurhonden om geld te ruiken. Want geld kan wel zeker stinken.

Het woord geur kent veel afgeleide begrippen, zoals geurhinder, geurloos, geurvreter en ga zo maar door. Daarnaast zijn er verwante begrippen, zoals aroma, lucht, odeur, parfum en reuk.

Julius Caesar parfumeerde zich zodanig dat hij er wit van uitsloeg en keizer Caligula sprenkelde zelfs reukwater over zijn paard. De Griekse wijsgeer Hippocrates leerde zijn studenten ziektes herkennen aan de hand van de geur van urine, zweet en adem. Lang is gedacht dat ziektes zich verspreiden door stank. Malaria betekent ‘slechte lucht’. Volgens  kunsthistoricus Caro Verbeek  droegen rijkere mensen geurbollen met amber bij zich wanneer zij zich in het openbaar ophielden. Armere lieden moesten het doen met azijn om de vieze stadslucht te overstemmen. Geur speelde (én speelt) een voorname rol in onder andere religie, geneeskunde, economie, openbare orde en seks.
Geur is ook een belangrijk communicatiemiddel en in de openbare ruimte wordt geur ingezet om agressiviteit te beteugelen. Grote winkelketens gebruiken geur als lokmiddel om het consumentengedrag te beïnvloeden. In de autobranche zijn ze daar ook ver in. De geur van een nieuwe auto wekt het koopgedrag op.

Ik ga gauw naar de drogist voor de heerlijke prikkelende geur van Zino van Davidof.