toespraak fractievoorzitter PvdA over de kadernota

7 juli 2017

Voorzitter,
Vandaag bespreken wij de kadernota 2018-2021. Het is de laatste kadernota die de raad in deze samenstelling bespreekt.
Besluiten die wij vandaag nemen kunnen door de raad die aantreedt na de verkiezingen op 21 maart 2018 worden herzien. Voor de PvdA is dit geen reden om deze kadernota anders dan anders te beoordelen.
De voorliggende kadernota kan nog niet op de volledige instemming van de PvdA rekenen. De kernwaarden waar de PvdA voor staat, komen onvoldoende terug in de gepresenteerde kadernota, en ik zal zo dadelijk een aantal punten noemen waarop de kadernota naar ons oordeel bijgesteld moet worden
Voorzitter,
Eén van de kernwaarden van de sociaaldemocratie is verheffing. Door het opkomend populisme en het grote verlies van de PvdA bij de laatst gehouden 2e Kamerverkiezingen zou je het idee kunnen krijgen dat de sociaaldemocratie er niet meer toe doet. Het tegendeel is waar, voorzitter. Verheffing blijft voor de PvdA een belangrijk streven.
Toegang tot cultuur is belangrijk voor verheffing.
Daarom wil de PvdA ook meer geld voor cultuur beschikbaar stellen. De Nederlandse filosoof en socioloog Bas van Stokkum zegt het zo “ als de welgestelde klassen het gênant vinden om aan te geven wat kunst en cultuur in positieve zin betekenen, raken ook de opvoeding en het onderwijs van idealen verstoken”
In de huidige raadsperiode heeft de PvdA zich herhaaldelijk ingezet om meer geld voor cultuur beschikbaar te stellen, recent nog bij de bespreking en vaststelling van de cultuurvisie. Helaas werd ons voorstel toen door een meerderheid van deze raad afgewezen
Er is de afgelopen periode zelfs fors bezuinigd op cultuur. Daarom ben ik blij en vereerd, dat ik na een zeer constructief overleg, namens meerdere partijen straks een amendement mag indienen, om structureel € 200.000 en incidenteel € 100.000 extra voor cultuur beschikbaar te stellen.
Een tweede belangrijke kernwaarde betreft ondersteuning van mensen die onvoldoende voor zichzelf kunnen zorgen.
Wij hebben in deze raadsperiode herhaaldelijk om een ander WMO-beleid gevraagd.
Wat de PvdA betreft komt er een “minder streng aan de poort” beleid. En wordt de schoonmaakondersteuning een maatwerkvoorziening.
Op dit moment moet iemand met een inkomen van € 1476,00 die 3 uur per week huishoudelijke hulp nodig heeft, op jaarbasis ongeveer € 1500,00 aan eigen bijdrage betalen.
Dat is dus meer dan een maandinkomen. Dit vindt de PvdA niet fatsoenlijk en niet rechtvaardig. Dit is niet op te brengen voor mensen met een minimuminkomen.
Daarom dien ik straks mede namens een aantal partijen een amendement in, om de eigenbijdrage voor mensen met inkomen tussen de € 1476,00 en € 2800,00 per maand fors te verlagen.
Voorzitter, tot slot.
In de kadernota geeft het college aan dat de schuldpositie van de gemeente zo is verslechterd dat bij een stijgende rente dit een negatief effect zal hebben op de gemeentelijke exploitatie. Ook vermeld het college dat “hierin verandering moet komen en dat noodzakelijke ombuigingen nodig kunnen zijn”.
De schuldpositie loopt van 2016 tot 2020 met 5% op van 140 naar 147 miljoen euro.
Als voornaamste oorzaak voor deze stijging noemt het college: nieuwe ambities.
De PvdA mist in de kadernota echter noodzakelijke maatregelen om dit onheil af te wenden; Het college noemt wel een zevental mogelijke maatregelen.
De PvdA vindt dit bangmakerij en stemmingmakerij in de wetenschap dat er een algemene reserve is van 23 miljoen euro en de weerstandscapaciteit meer dan voldoende is.
Ik vraag het college of dit bedoeld is om ons voor te bereiden op bezuinigingen?
Ook vraag ik het college waarom er dan niet nu maatregelen zijn genomen om dit onheil af te wenden? En waarom heeft het college niet eerder ingegrepen toen bleek dat de ambities een verslechtering voor de schuldpositie van de gemeente zouden betekenen?
Voorzitter, met belangstelling wacht ik antwoorden van het college af.
Albert Doelwijt, Fractievoorzitter PvdA